Staatsbank ABN Amro is er klaar voor: een terugkeer naar het private eigendom. De jaarcijfers van 2014 onderstrepen dat de bank weer op eigen benen kan staan.

Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën moet nog groen licht geven, maar de bankiers van ABN Amro kunnen eigenlijk niet wachten. Zeven jaar na de smadelijke nationalisatie tijdens de kredietcrisis van 2008 wil ABN Amro weer zelfstandig verder. Liefst met een beursgang in 2015. Zie ook het artikel: beursgang ABN Amro mogelijk pas na de zomer.

De jaarcijfers over 2014 die de bank vrijdag publiceerde laten zien dat er weinig reden meer is om aan de leiband van de overheid te blijven lopen. Na een reeks moeizame jaren krabbelt de Nederlandse economie voorzichtig op en daar profiteert ook ABN Amro van.

ABN Amro hoeft minder geld opzij te zetten voor brakke leningen en profiteert ook van het feit dat de bank zelf relatief goedkoop kan lenen en een betere winstmarge boekt op het verstrekken van hypotheekleningen en bedrijfskredieten.

Winstsprong ABN Amro

Het bedrijfsresultaat steeg in het laatste kwartaal met 40 procent tot 748 miljoen euro, vergeleken met het slotkwartaal van 2013. Voor heel 2014 kwam het bedrijfsresultaat 18 procent hoger uit op 3,2 miljard euro.

Netto boekte ABN Amro afgelopen jaar een winst van 1,1 miljard euro, vrijwel gelijk aan de winst in 2013. Dit jaar kampte ABN Amro met een extra last van 417 miljoen euro, vanwege hogere pensioenkosten en de speciale bankenbelasting in verband met de nationalisatie van SNS Reaal.

Per saldo kan ABN Amro over 2014 ook nog 400 miljoen euro dividend uitkeren om de staatskas te spekken, waarbij het slotdividend is vastgesteld op 275 miljoen euro. Dat laatste is het bedrag dat de bank nog zal overmaken naar het ministerie van Financiën.

"Kijkend naar de toekomst verwachten we dat de economische groei in Nederland verder zal doorzetten, waardoor onze kredietvoorzieningen naar verwachting kunnen afnemen en bedrijfsactiviteiten kunnen toenemen," gaf topman Gerrit Zal aan in een toelichting op de jaarcijfers.

Tegelijk verwacht ABN Amro dit jaar extra kosten van 150 miljoen euro, onder meer in verband met de invoering van Europees depositogarantiestelsel en hogere pensioenlasten als gevolg van de lage rentestanden.

Toch ziet het onderliggende plaatje er niet ongunstig uit. De bank profileert zich daarbij op drie manieren: een solide winstbasis bij het verstrekken van leningen aan consumenten en bedrijven, reductie van kosten en een adequate financiële buffers.

1)Goedkoop lenen en duurder uitlenen

Het kernbedrijf van ABN Amro draaide sterk in 2014: spaargeld ophalen en lenen op de kapitaalmarkt aan de ene kant en anderzijds kredieten verstrekken aan consumenten en bedrijven. De zogenoemde netto-rentebaten, het verschil tussen de ontvangen rente en de betaalde rente, stegen met 12 procent en maakten bijna afgelopen jaar driekwart van het totale inkomen uit.

Belangrijker nog voor de bank is dat de rentemarge duidelijk verbeterde in 2014. Relatief lage spaarrentes en goedkope andere leenmogelijkheden maakten het verstrekken van kredieten winstgevender. Onder meer de winstmarge op nieuw verstrekte hypotheken viel hoger uit.

2)Lager kosten, minder voorzieningen voor brakke kredieten

ABN Amro merkt ook dat de Nederlandse economie langzaam uit het dal klimt. Dit is vooral terug te zien in de lagere voorzieningen voor rotte leningen. Zowel voor wanbetaling op hypotheekleningen als voor bedrijfskredieten hoefde de bank afgelopen jaar steeds minder geld opzij te zetten.

"Het is heerlijk om na twee jaar krimp het begin van herstel te zien bij het Midden- en Kleinbedrijf", zei topman Zalm ter toelichting. "Het rendement dat we maken op de financiering van het MKB is nog niet op een gezond niveau, maar we nemen onze verantwoordelijkheid."

Belangrijk aandachtspunt voor de bank zijn verder de kosten, waarbij ABN Amro net als andere banken te maken heeft met toenemende digitalisering van bankdiensten. Het in stand houden van een groot kantorennetwerk wordt daardoor duurder. De bank is bezig met een snijoperatie, maar moet nog wel een slag maken.

De verhouding tussen de kosten en het totale inkomen schommelde het afgelopen jaar tussen de 57 en 65 procent. Volgens ABN Amro verbeterde de onderliggende kostenratio, exclusief bijzondere posten, wel van 64 procent in 2013 naar 60 procent afgelopen jaar. Maar hiermee voldoet de bank maar net aan de doelstelling voor 2017: een kostenratio tussen de 56 en 60 procent.

3)Sterke balans, solide rendement

Net als andere grote banken voelt ABN Amro sinds de kredietcrisis van 2008 de hete adem van nationale en internationale toezichthouders in zijn nek. De financiële buffers moeten door strengere eisen substantieel omhoog, voor het geval er weer een grote crisis mocht uitbreken.

Op dit vlak boekte ABN Amro afgelopen jaar duidelijk verbetering. Het eigen vermogen afgezet tegen de naar risico gewogen bezittingen kwam eind december 2014 uit op 14,1 procent, duidelijk hoger dan eind 2013.

Tot slot, niet onbelangrijk voor beleggers die uitkijken naar de beursgang van ABN Amro. Hoe staat het met het rendement op het eigen vermogen?

Op kwartaalbasis schommelt dit kengetal nogal, maar voor heel 2014 kwam de onderliggende winst, afgezet tegen het eigen vermogen, uit op 10,9 procent in 2014. En daarmee ligt ABN Amro aardig op koers om te voldoen aan de doelstelling van 2017. De bedrijfstop mikt op een rendement van 9 tot 12 procent.

Over de timing van de beursgang wilde topman Zalm vrijdag weinig kwijt: "We liggen op schema voor de beursgang, maar het tijdstip is niet in onze handen. Daar gaat de minister over."

Lees ook

Hoe ING een klassieke huis-tuin-en-keuken-bank werd

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl